Gerberhäuschen Heidweiler
Heidweiler
Looien was en is zwaar en onaangenaam werk. Het begint met het schoonmaken van de huiden. Vroeger werden de huiden eerst een paar weken aan de vleeskant in zout geweekt om het water van het nog vastzittende vlees te verwijderen. Daarna werden de huiden een paar dagen in zoet water (stroom) gedrenkt om het zout eruit te wassen. Dit werd gevolgd door ontharen in een kalkbouillon ("kalken"). Pas daarna begonnen ze de huiden te bewerken met haarijzers, schuursponsjes en andere speciale schraapmessen om al het resterende haar en vlees te verwijderen. Deze behandeling werd gevolgd door nog een zoutbad voor de laatste reiniging. Nu pas begon het eigenlijke conserveringsproces. De bewerkte huiden werden opgestapeld in kuilen met het betreffende looimiddel en de volle kuil werd gevuld met water, waardoor het looiproces in gang werd gezet. Afhankelijk van het soort leer kon dit proces enkele weken tot maanden of zelfs jaren duren. Zodra het gewenste looiresultaat was bereikt, werden de huiden gewassen, geborsteld, gedroogd en meerdere malen gladgestreken. De geuren die samenhangen met het gistingsproces, de geur van rottende huid en vleesdelen en de afvoer van afval verklaren waarom de leerlooiers meestal buiten het eigenlijke dorp werkten.