Holzmaar
Gillenfeld
Substratum: onderdevonische kleischalie, zandstenen en grauwacken (Siegen-laag/Herdorf-lagen), deels bedekt door maar-tufsteen. Bijzonderheden In het Holzmaar werden vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw door de universiteit van Trier en later tot op de dag van vandaag door het GeoForschungsZentrum Potsdam talrijke kernboringen uitgevoerd in de sedimenten van het meer en deze werden vervolgens onderzocht. Nieuwe onderzoeksmethoden werden hier getest en geoptimaliseerd. De sensoren van de op het meer drijvende groene boei meten voortdurende de waterparameters en algendichtheid op verschillende dieptes van het meer. Deze gegevens worden door het Kernforschungszentrum Jülich via satelliet opgeroepen voor een maandelijkse evaluatie. In de 16de eeuw werd het meer aan de zuidelijke kant verhoogd met dammen, om de ca. 2 km ten zuiden, in het bos gelegen Gillenfelder Holzmühle van water te voorzien.