Mosbrucher Weiher
Mosbruch
Het maar heeft zich hier in de onderdevonische, ongelede Ulmen-laag met zand- en leemstenen en kleischalie gekatapulteerd. Bijzonderheden Dit op drie na grootste meer van de Westeifel en deels met ven begroeid droog maar ligt direct aan de oostelijke dorpsgrens van het dorp Mosbruch. Ten noorden ervan ligt de tertiaire, 675 m hoge vulkaan Hochkelberg. Midden in de bijna ronde trechter ligt tegenwoordig de rest van een zeggeven. Op een kaart van rond 1800 (Tranchot-kaart) is een opgestuwde vijver ingetekend, die het oppervlak van de helft van het ven inneemt. Deze bedekte waarschijnlijk sinds de Romeinse tijd de hele bodem van de trechter. In 1838 liet men het meer weer leeglopen en het westelijk gedeelte van de trechter werd als akkerland gebruikt. In het ven zelf werd vooral gedurende WOII turf gestoken. De turflaag is volgens de botanicus Herbert Straka ca. 6 m diep. In 1939 werd het vengebied onder landschapsbescherming, in 1980 onder natuurbescherming geplaatst. In het kader van het EU-Life-project “Vennen in Hunsrück en Eifel” (2011-2015) werd ook dit ven gerenatureerd tot een maar, d.w.z. dat de bomen werden verwijderd, alles weer werd vernat, beschermende maatregelen werden genomen etc. De 49 km lange Üßbach begint in het Mosbrucher Moor, mondt bij Alf uit in de Alfbach, kort voordat deze in de Mosel over gaat.