Nationalpark Eifel
Bos water wildernis - het enige nationaalpark in noordrijn-westfalen kan bijzonder goed worden verkend met een ranger.
Noordrijn-Westfalen, Rijnland-Palts en Oost-België verbindt in het Noorden van de Eifel het grensoverschrijdende Natuurpark Hoge Venen Eifel. Diepblauwe meren en rivieren, slingerende beken en uitgestrekte stuwmeren maar ook bosrijke bergpassen drukken hun stempel op het Natuurpark.
Midden in het Natuurpark Hoge Venen Eifel bevindt zich op een oppervlak van ongeveer 110 vierkante kilometer het Nationalpark Eifel. Het grote beschermde gebied biedt wilde katten en zwarte ooievaars een nagenoeg ongestoorde leefruimte. In de vroege zomer “vergulden” de geel stralende bloemen van de brem het Nationalpark Eifel.
En in het zuidelijke gedeelte van het Nationalpark Eifel zijn zelfs orchideeën te vinden, zoals de gevleckte orchis. De Eifel is niet alleen verrassend, maar ook gevarieerd; bossen, beekdalen, hoogvlakken, bosweiden. Oude essen, kastanjes, wilde kersen en een wouw trekt hoog in de lucht zijn rondjes. Een ranger vertelt tijdens zijn tochten van de zwarte ooievaar en de oehoe, de bosuil en de raaf. Over de bever, die burchten bouwt. De wind fluistert door de toppen van de beukenbomen.
Het Nationalpark Eifel is een plek, waar de zintuigen weer tot leven komen: Zien vanaf uitkijkpunten zoals de Hirschley, gelegen op 180 meter boven de Rurstausee. Je hoort het kloppen van de spechten en ruikt het lievevrouwebedstro, voelt het mos en de ruwe bast. “Ga maar eens liggen op één van onze zintuig-ligstoelen!”, stelt de Nationaalpark-ranger voor. De zintuig-ligtstoelen; uitnodigend en iets van de slag af gelegen. Ga legen en denk gewoon nergens meer aan. Oppakken en genieten. In het Nationalpark Eifel.